Week 18: persoonsvormen: tegenwoordige en verleden tijd.
Invuloefening.
Vul de juiste vorm van het werkwoord in. Als je een tip (hint) vraagt, verschijnt de eerste letter (de volgende letter) van het antwoord. Vul alle woorden in en druk dan op "Controleer". Als "Juist! Goed gedaan!" verschijnt, ben je klaar.